Van Mej. Suze Robertson vind ik ’t beste werk dat in Leiden. No. 74 „Mijn atelier" omdat ’t is ’n voldragen visie van kleur en licht, ’n impressie, ’n kantige aanzet van mooi begrepen interieur-leven. No. 75 „Etty" op dezelfde tentoonstelling is ietwat problematischer, de kleur van ’t vleesch en ’n gedeelte, van ’t haar tegen ’t fond is mooi, maar de verschillende donkere partijen zooals neus, oogen en mondtoetsen, zijn gedaan, niet intens in harmonie met ’t overige gevoeld. Het schilderijtje is uit ’n sympathiek kleurtoongamma van ’n eigenaardig foncé. Dat op de Haagsche expositie no. 367, „Het steegje", geeft wel blijk van ’n artistieke opvatting, maar lijkt me ’n vage herinnering van ’n eens gezien mooi, ’n mislukt scherzo van ’n reëel gezien zoneffect, spartelend blendend in den hollen inkijk van ’n steeg. Op de expositie te Leiden bewijst juffrouw Robertson ’n artiste te zijn, die over genoegzame artistieke faculteiten te beschikken heeft om iets moois weer te geven.