Suze Robertson – wie gaf in het stilleven zoo zware accoorden als deze vrouw in haar appels, in haar atelierhoekjes, in haar oudheidstalletjes? Zij is eigenlijk nog meer figuurschilderes, zelfs neemt zij zoodanig in de Nederlandsche kunst een aparte plaats in – samen met Vincent van Gogh en Jozef Israéls, daar voor deze drie de figuur niet een vorm is, een verschijning, die zijn functie heeft als compositioneele factor of in een anecdote verwerkt wordt, maar daarentegen juist geheel en als een menschenziel wordt geschilderd, zoodat het menschelijk sympathiegevoel hoofdmotief wordt. En nu zien wij juist het omgekeerde gebeuren als in de 17e eeuw: niet de figuur wordt geschilderd als een stillevenobject, maar het stillevenvoorwerp krijgt iets van een zieleleven! Dezelfde tragische, drukkendzware stemming, die over haar oude vrouwen en over de jonge meisjes, die zij schildert voor haar oudheidstalletjes, ligt vindt men ook in haar dieptonige sombere stillevens. Altijd overheerscht bij haar een diep zwart, dat een wezenlijke factor vormt in de middelen, die haar voor haar uitdrukking ten dienste staan.