Het Vaderland, 23-05-1898:
‘De verrassendste inzending acht ik die van mevr. Bisschop —Robertson, die met een groot stilleven (met figuur) schitterend voor den dag komt. Het koper is met die magnifique vastheid van hand geschilderd, welke alleen in staat is aan een stilleven die rustte verlenen, die er een onmisbare voorwaarde voor is. Er zijn mooie détails in, zooals een wit kopje, zooals de behandeling van het tafelkleed, zooals ook de rijke toon van den achtergrond, waarin ook het meisjesfiguurtje geschilderd is, maar het mooiste is de warme atmosfeer, waaruit alle voorwerpen met hun licht naar voren komen. Een mooi museum-schilderij dit.’
Op de tentoonstelling van de Vierjaarlijksche in 1898 in Rotterdam werd door Robertson een schilderij ingestuurd met de naam Nelly.
Het schilderij wordt beschreven in de krant Het Vaderland van 23-05-1898, zie hiervoor.
Dit moet dus Nelly voor het oudhedenstalletje zijn. Maar dat kan zowel de versie uit Kunstmuseum (sri0196) als de versie uit Centraal Museum (sri0106) zijn.
Een jaar later op de tentoonstelling in Amsterdam wordt een aquarel van Nelly getoond:
Amsterdam, Stedelijk Museum, Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten, Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, 09-09-1899 t/m 05-11-1899, nr. 33 ‘Nelly’, aquarel, 46 x 71,9 cm
En opnieuw beschreven als het meisje voor het oudhedenstalletje in Het Vaderland 16-09-1899: ‘In deze eerezaal hangen drie mooie schilderijtjes, naast elkaar, op zijn mooist geplaatst zoodat ieder der drie wint door de nabuurschap der twee andere. Het is een interieur, of liever stilleven met figuur van mevr. Bisschop—Robertson, een stadsgezicht „Enkhuizen” van Karsen en een „Ruiterbende” van Bauer. Het eerste is een kleinere editie van datgene wat de vorige maal in Rotterdam zoozeer de aandacht trok; dit is completer en rijper nog, en bovenal figuur en stilleven ondergaan een mooier verband.’
Het (kinder-)meisje is Petronella Prins (1871-1946) werd om onderscheid te maken met haar nicht met dezelfde naam 'Nelly' genoemd.