In dat levensgevoel stond zij dicht bij de Brabantse Van Gogh, zelfs ook in de wijze waarop zij het verwerkte, vooral in haar tekeningen vol menselijke deernis, al het schone schuwend voor de meer naakte schoonheid, die waarheid heet. Haar vrouwen, want het waren vooral vrouwen die zij tekende, zijn wars van alle romantiek en vals pathos in haar arme menselijkheid weergegeven. En zij behoort daarin, in dat nors, noordelijk-donker, innig menselijk gehalte van haar werk, tot het grote ras van een Rembrandt en een Van Gogh.