EEN AQUAREL van Suze Bisschop-Robertson.
HET werk, vooral t latere, van Suze Robertson is gewoonlijk zeer gemakkelijk herkenbaar. De sterke schildertrant, met de uiterst forsche tegenstellingen en nog meer misschien de geestelijke sfeer, die van haar meeste schilderijen uitgaat . Van het ruwe in de vormen en de pijnlijke, vaak tot het tragische stijgende uitdrukkingen, maken haar kunst, zooals wij die meestal vertegenwoordigd zien tot iets zeer persoonlijks. Dat deze stijl eerst op rijperen leeftijd is ontstaan, weten allen, die een paar jaar geleden de groote tentoonstelling van haar werk en dat van Willem de Zwart in het Gemeentemuseum te's-Gravenhage bezocht hebben.
De mooie, voor haar doen zoo kleurige aquarel, die ik dezer dagen in den Haagschen Kunsthandel „Oudt Holland" aantrof en die ongetwijfeld gemaakt is voor de beschreven stijl zich gevormd had en de onderwerpen dat somber en opstandig karakter vertoonden, waaruit wij haar kennen, bewijst dit nog eens ten overvloede. Het is een zeer klare en licht gebleven, maar toch zeer doorwerkte aquarel gesigneerd. Men ziet een dorpsschoenlapper met zijn leerjongen aan het werk. Door het venster is op vrij grooten afstand, aan den overkant een boerderij te zien, in het volle licht. Ook de ruimte, waarin de man werkt, is typisch dorpsch. Ze is blijkbaar vlak onder het dakgebint, kruiken hangen aan de balken. Een van die balken — fijn opgemerkte trek — is van groen hout. Een zacht licht verspreidt zich, nergens zijn sterke schaduwen. De schilderes heeft dit tooneel van nuttigen arbeid én een rustieke werkplaats met gemoedelijke objectiviteit gezien, nauwkeurig en met doordringend besef de details geobserveerd: hoe de schoenlapper de laars vasthoudt, hoe hij. met zijn ernstig, wat zorgelijk gezicht gebogen is over zijn werk en de plaats die hij onderhanden heeft, in het oog houdt, hoe de op den rug geziene jongen bezig is. De teekening van dé handen, van de schamele stoelen, de schildering van de vale, kleurlooze werkbroek en de blauwe hemdsmouwen. alles getuigt van een rustig realisme, vol belangstelling voor dit eenvoudig geval en zonder iets van het pathos dat ons in latere tooneelen uit het volksleven dezer originele schilderes treffen kan. CORNELIS VETH