‘Een werk van groote bezonkenheid en diepe innigheid, een werk van ziel en kracht, zuiver van toon en dichterlijk van sfeer.’
Zes schilderijen. In het midden een groot (nr. 86) een binnenplaats, een huismurenhoek van wit. Wit aangestreken is het middenbrok; langs den grond is een rand geteerd; er boven is laag het roode dak onder de felle donkerblauwe lucht. Er is een deur aan het huis, er zijn vensters, links in de schaduw waart ruggekromd een vrouw om. Maar dat alles is bijzaak hier; hèt leven, het doen en het staan, het gansche wezen, is die muur, die witte muur, die schatering van dat wit in het licht, onder het zware rood en blauw in de zwoelheid van kleuren en schaduwen. Men kan niet eenvoudiger, niet meer onmiddellijk zijn belangstelling in zijn zich-genoeg-zijnde liefde voor kleur uiten dan door een betrekkelijk groot doek een witgekalkten muur van een armelui’s-binnenplaats tot éénig onderwerp te nemen, d.w.z. niet, als Israëls en diens tallooze volgelingen, ons menschelijk-gevoel voor deze stille stulp tot roering te brengen; maar werkelijk uitsluitend tot onze zinnen te spreken met de pracht van coloriet der plek. En nu kunnen natúúrlijk ook vóór dit impressionisme de duizendmaal gemaakte en negenhonderdnegenennegentig keer krachteloos gepleite bezwaren tegen gebrek aan concentratie enz. worden te pas gebracht. Maar de schoonheid in dit geweld, het geluk in dezen jubel om kleur – wiens oog, dat niet blind is, blijft er koud bij?
De wand waarop de „Binnenplaats" van mevr. Bisschop Robertson zoo geweldig met haar kleureneffect schittert en schettert, is ook overigens de aandacht overwaard.
No 34 Binnenplaats (schilderij) van mevr. Suze Bisschop-Robertson (gouden medaille), Den Haag