Mejuffr. Robertson maakt zich volgens hare teekening geen hoog denkbeeld van het uiterlijk van de ridders, 't Is waar, onder die edelen waren er velen niet veel beter dan straatroovers, maar toch, als men een ridder voorstelt, dan neemt men gewoonlijk daarvoor niet het type van een zakkendrager. Onwillekeurig denkt men bij dezen ook aan een schoorsteenveger, die zooeven uit den schoorsteen is gekropen’.